44 jaar geleden, de avond van de 29ste maart, heeft mijn moeder moedig, met haar dikke buik, het vuurtorenduin beklommen. Een goede wandeling wil een bevalling nog wel eens opwekken was het bakerpraatje waarmee mijn bevalling in gang werd gezet. Precies, op de dag af zijn mijn ouders 9 maanden geleden getrouwd. Netjes toch (was het niet zo dat ik 2 weken te laat geboren ben)?
De nacht van de 29ste op de 30ste was er één van veel mist. Zoveel mist dat het voor de helicopter van defensie onmogelijk was om te vliegen. Ik wilde geboren worden maar er was een probleem, mijn hoofd was te groot. ’s Nachts is voor mij en mijn moeder de volledige bemanning van de veerboot, de Oost-Vlieland, zijn bed uit getrommeld en mijn dorpsgenoten hebben het die ochtend zonder veerboot moeten doen. Deze lag al in Harlingen omdat hij die nacht is uitgevaren om mij en mijn moeder naar het ziekenhuis te brengen. Het was te mistig om een helicopter te laten vliegen. Via een keizersnee ben ik die vroege morgen, tussen de nonnetjes, ter wereld gekomen. Het was kantje boord geweest. Mijn vader heeft jaren later bekend dat hij erg bang is geweest om ons beiden te verliezen.
Het begin was moeilijk. Eerst de zware bevalling met een keizersnee als verlossing daarna het wachten. Het was erg druk die paasdagen die op mijn bevalling volgde. Veel bevallingen, ja, ik ben geboren tijdens een baby-boom. Er is mij altijd verteld dat het tot 2e paasdag duurde voordat ik mijn moeder te zien kreeg. Was de moeder zoon band al verbroken voordat hij was opgebouwd?
Wonen op een eiland als Vlieland is anders als wonen aan de wal. Vlieland leefde die tijd voornamelijk van de medewerkers die bij defensie werkte, de toeristen industrie en de arbeiders die via Rijkswaterstaat verantwoordelijk waren voor het behoud van het eiland. Het toeristen seizoen was nog duidelijk gescheiden van de seizoenen dat er totaal geen toeristen waren. Tijdens de rustige periodes was je als eiland bewoners voledig op elkaar aangewezen. De beperkingen die een veerdienst, die in de laagseizoenen dikwijls maar 2 keer per dag naar de vaste wal voer, zorgden er voor dat er een hechte gemeenschap bestond. Mensen waren op elkaar aangewezen. Het verenigingsleven tierde welig.
Als kind was het een paradijs. De hoogseizoenen waren periodes van overvloed (de vakanties op Vlieland liepen niet synchroon met die aan de wal). Veel badgasten met veel kinderen van mijn eigen leeftijd. Badgasten die de beslommeringen van thuis achter zich hadden gelaten en op Vlieland kwamen om uit te rusten en plezier te maken. Proeven aan de vrijheid en veiligheid waar wij als Vlielandse kinderen elke dag mee te maken hadden.
Toch speelde ik voornamelijk met een klein groepje vaste vrienden. Mijn grootste vriend, mijn boezem vriend, Floris had dezelfde interesses als mij; lego bouwen en meisjes. Ik speelde ook wel met andere vriendjes maar dat was veel minder structureel.
Vlieland was veilig. Geen geweldsdelicten, geen gevaren om als kind ontvoerd te worden door een pervert en geen verkeer dat een naam mocht hebben. Als kind kon je gaan en staan waar je wilde. Het eiland was ze klein dat verdwalen praktisch onmogelijk was. Wanneer je iets uitspookte dat eigenlijk niet door de beugel kon, dan hoorde je ouders het vaak al voordat je thuis was, iedereen kende iedereen. Ik zal niet te specifiek ingaan op alles dat ik met Floris en mijn andere vriendjes heb uitgehaald maar er kwamen geregeld, naast lego, hutten, vuur en meisjes aan te pas.
Wat ik nu nog het meeste mis aan Vlieland is het weer. Hier in Limburg is het warm. Wanneer hier de temperatuur de 30 graden bereikt, en het niet meer om uit te houden is dan is het op Vlieland aangenaam. Als het hier in Limburg stormt dan wordt dat op Vlieland een harder windje genoemd. Ik vond het heerlijk wanneer het stormde op Vlieland.
Het wonen op een eiland heeft niet alleen ogenschijnlijk voordelen. Alles is er duurder. Alles moet imers met de boot naar het eiland gebracht worden en dat moet ook betaald worden. Mijn vader werkte hard en verdiende weinig. Het gevolg was dat mijn moeder ook aan het werk moest. Wanneer ze niet aan het werk was dan was ze wel druk voor 1 van de vele verenigingen. Ze haalde bijvoorbeeld de contributie voor de gymvereniging op zodat ik en mijn broertje op gymnastiek konden. Omdat zij de contributie ophaalde bij de andere leden was voor ons de gymvereniging, free of charge.
Op Vlieland had ik mijn eigen leven. Mijn eigen veilige besloten leven ver van alle bedreigingen die ik later ervaren heb.
De eerste 11 jaar van mijn leven heb ik op Vlieland doorgebracht. Het echte leven begon toen pas. We verhuisde naar Veenhuizen. Een gevangenisdorp in Drenthe, vlak bij Assen. Was Vlieland veilig, Veenhuizen was het tegenovergestelde van alles dat Vlieland was. De koloniale gemeenschap was vijandig. De bazen van het werk waren de bazen in het sociale gebeuren van het dorp. Veenhuizen had een eigen “politie macht”, de GEWA, die alles en iedereen in de gaten hield. Criminelen die in Veenhuizen gedetineerd waren verzorgden de tuinen en de netheid van het groen in het dorp. Binnen 20 minuten was je in de grote stad, op het moment dat jij dat wilde, je was niet meer afhankelijk van een veerdienst.
Wat ik het ergste vond aan mijn cultuurshock was het gemis van mijn vrienden op Vlieland. De openheid en de onbevangenheid ontbraken bij de kinderen die ik in Veenhuizen leerde kennen. De school was afstandelijk en als persoon niet toegankelijk, tenminste niet zoals ik op Vlieland gewent was.
De vriendschap die ik met mijn vrienden op Vlieland heb gehad heb ik aan de wal nooit meer kunnen ervaren. De openheid en het vertrouwen die de veiligheid met zich mee hadden gebracht heb ik nooit meer ervaren.
Floris heeft begin jaren 90 een eind aan zijn leven gemaakt. Ik kan me heel goed voorstellen dat hij hetzelfde heeft ervaren alsik toen zijn vertrek van Vlieland,wegens het gebrek aan opleidingen op Vlieland, moest plaats vinden. De naïviteit die het opgroeien op een eiland als Vlieland met zich meebracht staat ver van de echte wereld, de wereld aan de wal. Ik denk vrijwel nog dagelijks aan Floris. Ik mis hem, misschien hadden we het samen (beter) gered. Ik mis de onschuld van Vlieland die ik als kind heb gekend. Vlieland, ver weg van de werkelijkheid. Welkom in de echte wereld!
Yosy
Reacties zijn gesloten.