Terwijl de wind door de bomen raast en de maatschappij zich zorgen maakt over het wel dan niet zwart blijven van Zwarte Piet speelt zich op de achtergrond iets af dat volgens mij een veel groter probleem maskeert.
Zeker, dankzij Albert Hein, kan er niet voorbij gegaan worden aan de armoede die in Nederland heerst. Voedselbanken draaien overuren en de Facebookgroepen die op internet alles dat los en vast zit gratis aanbieden aan mensen die het anders zouden moeten ontberen groeien als paddenstoelen uit de grond. Armoede is handel geworden en mensen zien kansen. Het zal niet de eerste keer zijn dat gratis aangeboden zaken een moment later door de gelukkige krijger, op Marktplaats, weer te koop aangeboden worden. Maar dat is het probleem niet, ik zie een ander probleem.
Hoe goed is het om iets te kunnen geven. De actie van Abert Hein geeft ons Nederlanders de mogelijkheid om afgedankt speelgoed bij de AH filialen in te leveren zodat deze een tweede kans krijgen. Kinderen waarvan de ouders geen geld hebben om speelgoed te kopen krijgen op deze manier toch nog een leuk Sinterklaas feest. De gevers worden getrakteerd op een goed gevoel; “Ik heb gegeven aan de armen!”. Een goed gevoel dat het hele jaar weer goed maakt.
Mensen beseffen zich echter niet dat zij veel meer zouden kunnen doen. Zo veel meer dat zulke acties niet nodig zijn. Zo veel meer dat rijen bij de voedselbanken tot een verleden kunnen horen. Zo veel meer dat ouderen een onbezorgde oude dag kunnen hebben. Zo veel meer dat kinderen zonder schuldgevoel van de ouders, een leuk sinterklaasfeest kunnen hebben.
Het is wel onze maatschappij, wij individuele Nederlanders, die verantwoordelijk zijn voor de armoede die zulke actie mogelijk maakt. Om de vier jaren hebben wij de mogelijkheid om te kiezen voor een sociaal of liberaal beleid. De laatste decennia hebben wij veelvuldig gekozen voor het geld en hebben sociale stelsel systematig om zeep geholpen. Sociale voorzieningen zijn tot op het bod uitgekleed en, erger nog, het solidariteit principe is volledig uit de samenleving verdwenen.
Ben je in de positie dat je kunt werken dan heeft de stijging van de welvaart zeker je deur niet gepasseerd. Kun je om wat voor een rede dan ook niet meer deelnemen aan het arbeidsproces dan kom je al snel in de gevaren zone en ben je steeds meer aangewezen op liefdadigheid. Er is niets mis met liefdadigheid maar ik zie dat de liefdadigheid steeds meer in de plaats komt van de sociale samenleving en dat is diep triest.
Wij als Nederlandse samenleving hebben voldoende geld, er is alleen een steeds grotere scheefgroei gaande. De verdeling van de welvaart wordt steeds meer een individuele verschrikking waarbij egocentrische zelfverrijking voorop staat. Wat is belangrijk? Die tweede auto? De allernieuwste Smart TV? Twee keer per jaar op vakantie naar het buitenland? Of heel misschien het principe dat we met zijn alle verantwoordelijk zijn voor de welvaart van al onze medemensen?
Het wordt steeds belangrijker dat we het individueel goed hebben, we krijgen tenslotte de mogelijkheid om ons rechtvaardigheids gevoel af te kopen door te geven aan de goede doelen. Dat de individualiteit en armoede steeds groter wordt is gemakkelijk af te kopen door iets goeds te doen. Wil je echter echt iets goed doen, wees je dan bewust van de keuzes die je maakt in het stemhokje dat volgend jaar zijn potlood weer ter beschikking steld. Nog vier jaar Rutte en vrienden en de armoede zal niet meer af te kopen zijn door een gift. Armoede zal voor steeds meer mensen een steeds pijnlijkere situatie worden.