Het RIVM liet echter weten geen DNA-monsters op te slaan nadat na de vuurwerkramp in Enschede in 2000 werd voorgesteld om de database te gebruiken om omgekomen kinderen te identificeren. Vanaf 1974 wordt van vrijwel elk geboren kind in Nederland het zogenaamde hielprikje afgenomen. Een prikje in de hiel van een pasgeborene om op een vrij simpele manier te screenen of er spraken is van een mogelijke ziekte. Er wordt gecontroleerd op 16 verschillende aandoeningen. De bloedmonsters worden 1 jaar, gekoppeld aan de personalia, bewaard. Daarna worden de bloedmonsters 4 jaar, gescheiden van de persoonsgegevens, voor wetenschappelijk onderzoek, opgeslagen.
[1 mei 2017] Zojuist werd bekend dat demissionair-minister Schippers van Volksgezondheid (VWS) heeft voorgesteld om ál het DNA-materiaal dat er beschikbaar is, dus ook het (medische) DNA-materiaal dat beschikbaar is voor wetenschappelijk onderzoek, zoals het hielprikbloed, beschikbaar te maken voor justitieel onderzoek. Waardoor elke baby bij voorbaat al verdacht zou kunnen zijn van elk willekeurig misdrijf. (bron Ouders.nl)
Lees meer…..